© Rootsville.eu

Blues Peer #34
Festival (dag 3)
Peer (15-07-2018)

reporter: Marcel - photo credits: Freddie


info organisatie: Blues Peer


© Rootsville 2018


Ik moet eerts en vooral bekennen dat het bij mij ondertussen 16 jaar geleden was dat ik nog het Peerse bluesfestival had bijgewoond, dit door diverse redenen. Dit jaar echter kon ik niet wegblijven mede door het programma, en hoe! Jammer genoeg kwam daar één en ander tussen waardoor ik pas op zondag naar Peer kon afzakken en dit onder een loden zon.

Zeven bands op de lijst om deze editie af te sluiten en niet van de minsten. Begonnen werd er al heel vroeg gedaan, op de middag, en dit met Guy Verlinde & The Mighty Gators. Belgische trots in bluesdagen met buiten frontman Guy Verlinde, Stijn Bervoets op gitaar, Benoit Maddens aan de drums, Toon Eylenbosch aan de toetsen en Karl Zosel op de bas.

Voor de derde keer al, siert deze man met vele bluesgezichten het Peerse podium. Het is wel zo dat Guy van zijn optredens, steeds weer een feest weet te maken, ideaal dus om vroeg uit te veren te komen om dit optreden mee te maken. De vettige, rockende, stomende slide stond garant voor een fijne wake up call. Zo hadden de festivalgangers dat ook begrepen en er stond op dit onchristelijk uur ook al heel wat volk voor het hoofdpodium en die zagen dat Guy en zijn makkers er een stevige opener van maakten. Guy die afwisselde tussen de gitaar en de smoelschuiver en met zijn ietwat nasale stem, gaf het beste van zichzelf. Zo konden we genieten van het lekkere ‘On My Radio’, ideaal nummer bij dit weer, ‘Ain’t No Sunshine’ of het swingende ‘Drivin Home To You’. Kortom een zeer geslaagd optreden.

Ondertussen, haalde de temperatuur tropische waarden. Gelukkige had de organisatie gezorgd voor waterpunten en stond de drank ijskoud.

Tweede op de affiche was niemand minder dan gitaarlegende Albert Lee. Hij was vergezeld van Ross Spurdle aan de toetsen, Ben Golding op bas en Ollie Sears aan de drums. 75 jaar is de man al ondertussen maar dat is er niet aan te zien en ook niet aan te horen. De man weet zijn vingervlugheid op de snaren te combineren met melodie, wat van hem een stevige virtuoos maakt. Muzikaal is hij van alle markten thuis en hoewel hij het eerst wilde zoeken in de country, is eigenlijk geen enkel muziekgenre vreemd voor hem.

Buiten zijn eigen 16 platen, kan je Albert horen op niet minder dan 150 schijven gaande van Clapton, over Dolly Parton naar Joe Cocker. We konden dus een zeer gevarieerd programma verwachten. En dat kregen we ook. Albert swingde als de beesten met zijn lekkere mix van country en rock ’n roll te beginnen met ‘Rock ’n Roll All Night Long’ en zo was de toon gezet voor de rest van het optreden. Albert schoof er al eens een covertje van Graham Parker tussen of zijn ‘Runaway Train’ of nog ‘Turn’. Optreden die ik wel kon smaken terwijl het zweet in stromen van mijn gezicht aan het gutsen was. Puffen dus.

De dag werd vervolgd met, een voor mij totaal onbekende band, The Lachy Doley Group. Dit trio bestaat uit Lachlan ofte Lachy Doley op hammond en wammy clavinet, Chris Pearson op bas en Jackie Barnes op drums.

Australiër Lachy Doley, timmert al wat jaren aan de bluesweg met zijn trio en wordt weleens de Jimi Hendrix van de Hammond genoemd. Geen gitaar op het podium te zien bij Lachy, hoewel je er blijkbaar wel ééntje hoort. Dat is allemaal de schuld van de Hohner D6 Whammy Clavinet, een soort piano, waar je bovenaan een metalen arm ziet uitsteken, die Lachy met zijn linkerhand als een soort wah-wah pedaal gebruikt om er een klank mee te bereiken, waarachter je een scheurende elektrische gitaar meent te horen. Niet dus. Potige bluerock die toch redelijk wat vergt van je oren. Speciaal dat wel maar zeker niet slecht als het je ding is. Laat dan dus mijn ding niet zijn jammer genoeg. We kregen stevige power bluesrock voorgeschoteld, die het massaal aanwezig publiek voor het podium wel pap van lustte. Af en toe werd het wat funky met een covertje van The Meters, maar voor de rest serveerden ze alles ingrediënten die van een powertrio werden verwachten de aanwezigen gingen stevig uit de bol.

Stilaan waren we halverwege het programma beland met Walter Wolfman Washington & The Roadmasters, zijn Roadmasters zijn : Tom Fitzpatrck op de sax, Steve Detroy aan de toetsen, Jack Cruz op bas en Terry Scott aan de drums. Vorig jaar had ik de man al een geweldig optreden zien geven op Duvel Blues en hoopte op een herhaling. Dit is wat ze noemen een blues zwaargewicht. Deze 77-jarige is garant voor het bouwen van feestjes en met zijn New Orleans roots, brouwt hij mengsels bestaande uit soul, funk en swampy blues.

Als je de familiale antecedenten van de man bekijkt, kon hij niets anders doen dan muziek maken, wat hij dan ook deed en met succes. Walter is ondertussen wel hét gezicht van de blues en funk in Louisiana, tussendoor sijpelt er ook wat soul en gospel tussen. Op het menu tal van eigen werk vermengd met covers van enkele van zijn minder bekende stadsgenoten, er zijn voorwaar slechtere dingen op deze aardkloot. Ondanks het feit dat het geheel swingend en shakend begon met een stevige portie funk met dat New Orelans tintje, had ik de indruk dat The Wolfman, nooit echt uit de startblokken geraakte. Er stond niet zo veel volk voor de bühne en het publiek was nooit echt begeesterd, mezelf incluis en dit ondanks nummers als ‘Playing Time’ of ‘Tweakin’.

Tussendoor werd er op het terrein in een klein tentje ook nog wat afgejamd. Even gaan piepen en ik kon onder andere Nico en Edwin van de Bluesbones spotten.

Stilaan gingen we einde festival, nog drie bands voor de boeg, te beginnen met Ruthie Foster. Drie jaar geleden had deze dame met de geweldige stem een fenomenaal concert gegeven in Puurs en ik was blij dat ik dit had kunnen meemaken. Jeez…what a voice. Ruthie had deze keer Larry Fulcher op bas en Brannen Temple aan de drums, meegenomen. Het is heel duidelijk dat ze haar “opleiding” zoals vele anderen in de gospelchurches heeft gekregen. Na haar jeugd in Texas , ging ze zowaar bij de US Navy en het was daar, in de militaire bluesband, dat ze als leadzangeres haar ware roeping ontdekte. Haar muziek bevat de gekende ingrediënten, zoals rock, blues, een snuifje gospel en een beetje folk en daar kookt Ruthie haar muzikaal soepje van. Geloof mij vrij, deze soep smaakt overheerlijk. Ik verwachtte dan ook veel Hallelujah-momenten.

En die kregen we ook samen met veel kippenvel momenten. Dit was het eerste grote orgelpunt van de dag.  Ruthie begon met een song opgedragen aan haar grootmoeder ‘Brand New Day’ gevolgd door ‘Singing The Blues’ en het soulvolle ‘Fruits Of My Labor’ een song met wat Sam Cooke en Otis Redding invloeden en waarvan je haren recht kwamen te staan. We hoorden al een klein vleugje reggae in ‘All Right With This Girl’, emoties bij ‘The Ghetto’ van The Staple Singers en ‘Phenomenal Woman’, tranen bij Son House’s cover van ‘People Grinnin’ In Your Face’ die ze acapella bracht, om door te gaan met ‘Up above My Head I Hear Music’. Het publiek reageerde dolenthousiast op deze geweldige stem en de dame die een rollercoaster aan emoties bij iedereen kon losweken. Dit is blues van de bovenste plank, dit is de muziek die we willen horen. Op het eind veranderde ze Blues Peer in Reggae Peer en werd een klein feestje gebouwd. Mijn dag kon niet meer stuk. Superlatieven te kort om dit optreden te beschrijven.

Voorlaatste van de avond waren Mitch Woods & His Rockets 88's. Ik heb Mitch een tweetal jaren geleden leren kennen en het is een héél toffe pee gelijk da ze zeggen. Mister Mitch Woods is ondertussen al 67 en afkomstig uit Brooklyn, New York. De man is één van de beste boogie woogie en jump-blues pianisten van deze planeet en dat zou iedereen geweten hebben. Bij deze is hij in het gezelschap van Peter Hopkinson op gitaar, John Yarling op drums, Tom Fitzpatrick aan de sax en Cornell Williams op bas. De muziek van Mitch vindt haar wortels in de jaren veertig en vijftig van vorige eeuw met mensen als Louis Jordan, Wynonie Harris, Amos Milburn, Roy Milton, Joe & Jimmy Liggins. Deze maakten de pompende, hotsende en botsende jump & jive tot wat ze vandaag is. Mitch en zijn bende voegden er elementen uit de rhythm and blues en de rock aan toe, met het gekende resultaat.

Mitch verscheen strak in een blauw pak met dito hoed en de toon werd onmiddellijk gezet met ‘Solid Gold Cadillac’ waarna hij ‘Down Boy Down’ opdroeg aan de mensen achter de bar. Als pianist mocht ook Professor Longhair op de setlist niet ontbreken en we kregen dan ook ‘Mojo Mambo’ tussen de kiezen, gevolgd door Fats Domino’s ‘Blue Monday’. Af en toe een kleine rustpauze voor wat trage blues maar dit klonk ietwat te veel croonerachtig. Gelukkig volgeden nog nummers als ‘Jambalaya’ bijvoorbeeld. Op het einde ontaarde de set in een groot zangfeest met ‘Walking To New Orleans’, waar het publiek gretig meezong.

Om deze editie af te sluiten was gekozen voor één van mijn jeugdidolen: John Hiatt & The Goners feat. Sonny Landreth. Ach, sweet memories…één van mijn grootste muzikale helden, ik word er zowat lyrisch van. Topmuzikant en top singer songwriter en ik kan nog wat van die superlatieven bedenken. Kortom een grote meneer met een resem aan hits achter zijn naam. Gezien John hier is met The Goners, is natuurlijk ook Sonny Landreth van de partij, waarschijnlijk de beste slidegitarist ter wereld. Verder Kenneth Blevins aan de drums en Dave Ranson op bas. Van een afsluiter gesproken, dat noem ik pas een afsluiter sé. Hopelijk loste hij de verwachtingen in. De band viert zijn 30ste verjaardag en we herinneren ons het meesterwerk ‘Bring The Family’ gevolgd door één van de beste cd’s ooit ‘Slow Turning’. Ik was verlekkerd op wat ging komen…

En John ontgoochelde niet. Nog steeds dezelfde spring-in-t-veld met de speciale stem en de geweldige songs. Veel gitaarwissels on stage voor John en Sonny, zowat achter elk nummer werd van instrument veranderd. ‘Drive South’ opende de debatten, geweldige song, een klassieker. Iets later het schitterende ‘Icy Blue Heart’, man, man, man…kiekenvel…

Ondertussen masseerde Sonny Landreth de nek van zijn gitaar zoals alleen hij kan doen. Het is een genot om naar de man te kijken. De band is na al die jaren een goed geoliede machine en dat hoor je, het vakmanschap druipt er gewoon van af. John plukte hits uit zijn lange carrière zoals ‘The Tiki Bar Is Open’ uit 2001 of ‘Ridin With The King’ uit 2004. Je kan ze eigenlijk allemaal opnoemen ‘Georgia Rae’ of ‘Ride Along’. De lijst is eindeloos. Het was genieten geblazen tot de laatste noot en ik voelde mij 30 jaar jonger. Alvast bedank Mr Hiatt om mij dat gelukzalig gevoel te bezorgen, U was geweldig !!!

Zelden op een wolkje naar huis gereden na een festival, maar nu had ik daar geen enkele moeite mee. Bedankt Peer, pluim aan de organisatie en aan al de medewerkers want het is niet evident te werken bij deze tropische temperaturen en dit met de glimlach, wij hebben genoten!

Marcel

John Hiatt (US)

Sonny Landreth (US)

Mitch Woods (US)

Ruthie Foster (US)

Walter Wolfman Washington (US)

Lachy Doley (Aus)

Albert Lee (UK)

Guy Verlinde (B)

 

Cheers to Blues Peer #34